Toptrainer, schaap met vijf poten?

De NOS deed iets wat je nooit moet doen: die vraag voorleggen aan toptrainers. Want wat is nu de rode draad die dit allegaartje aan goedbedoelde suggesties met elkaar verbindt?

“Het wordt steeds meer een people manager”, zegt Marc Lammers, ooit gevierd coach van de gouden hockeyvrouwen. “Assistent-trainers. Inspanningsfysiologen. Diëtisten. Video- en data-analisten. Sportpsychologen. Een keeperstrainer. Een koffiejuffrouw, die moet je allemaal goed zien te begeleiden.”

Jeugdcoach Jongensteam

Nou zou ikzelf die laatste uit dit rijtje verwijderen en mij als trainer vooral richten op het primair proces, maar dan reken ik buiten Co Adriaansen om. De Tiran van Tilburg, zoals deze legendarische trainer ook wel werd genoemd vanwege de door hem geproclameerde kadaverdiscipline, ontsloeg in zijn tijd bij Willem II Willeke Peijen, de vrouw die al sinds mensenheugenis het spelershome beheerde. De reden? Elke keer als Adriaanse iets van Willeke nodig had, een lunchpakketje bijvoorbeeld, gaf ze geen gehoor aan zijn vraag. De broodjes ontbraken of zij waren met iets smerigs belegd. Pesterijtjes? Misschien, maar het kon natuurlijk niet. De trainer, zegt Adriaanse, is tenslotte het uithangbord van de club.

De grote begeleidingsstaf heeft ook een voordeel, ziet Robert Eenhoorn, tot afgelopen zomer algemeen directeur bij AZ. “De trainer hoeft niet meer in alles een expert te zijn. Maar hij moet alsnog wel voldoende van alle materie weten om in te kunnen schatten of al die specialisten goed genoeg zijn.”

“Goede coaches moeten tegenwoordig ook een hogere mate van intelligentie hebben, vervolgt Eenhoorn zijn analyse. “Ze moeten nieuwsgierig zijn, op de hoogte van de vernieuwingen in de sport.”

Maar het begint allemaal bij een duidelijke voetbalvisie. “Hoe wil je spelen? Dat moet je kunnen overbrengen op je spelers,” aldus Eenhoorn. “Je moet tactisch sterk zijn, een wedstrijdplan hebben, maar ook een wedstrijd kunnen lezen en dus over aanpassingsvermogen beschikken.”

En dan is er nog de druk van de pers, van de fans. Bij een grote club staat een trainer soms wel drie keer per week de media te woord.

Voor Jeroen Otter, succesvol coach in het shorttracken, is een goede samenwerking tussen trainer en spelers het summum. “Samen zijn ze groter dan de som der delen”, meent Otter. “Als er vertrouwen is, dan kun je ook echt alles benoemen. Conflicten aangaan, discussies voeren, elkaar op gebreken wijzen. We hebben immers vertrouwen in elkaar en willen dat ene gemeenschappelijke doel bereiken: de landstitel winnen. Of de Champions League. Je moet ze ervan doordringen hoe groot de bv wel niet wordt als je je uiterste best doet voor elkáár.”

Een toptrainer kortom moet niets minder zijn dan een schaap met vijf poten , concludeer ik hieruit. Maar zo’n dier kan helemaal niet lopen, heb ik al vroeg geleerd.

Hoogste tijd om mij nog verder te verdiepen in het fenomeen van een goede coach. Onderwijl heb jij de kans om mijn boek te lezen: De speler, de trainer en de bestuurder. Je kunt die bestellen op www.rolfbaarda.nl. Zie je daar, Rolf Baarda

Fout, blunder, ik zeg sorry

In de inleiding van mijn nieuwe boek ‘De speler, de trainer en de bestuurder’ schreef ik nog dat ik niet van de diplomatie ben, niet van de nuance. Dat ik in de van mij bekende schud-ze wakker-stijl voetballers, trainers en bestuurders, aan wil zetten om kritisch naar hun eigen capaciteiten te kijken; hen zelf laten analyseren welke opdrachten in hun comfortzone liggen, het gebied waarin zij macht hebben over het resultaat, en welke opdrachten hun mogelijkheden te boven gaa

Carl Hoefkens

Ga ik zelf opzichtig in de fout.

Ken je Ernie Brandts nog, houdt ik mijn lezers voor, de voormalig PSV’er die in 2008 bij NAC ontslagen werd, ondanks een derde plaats in de eredivisie, een ongeëvenaard clubrecord? Gevraagd naar de rede lichtte destijds preses Van der Hoeven die verregaande maatregel als volgt toe. ‘Ons besluit gaat over de toekomst van NAC en niet over de prestaties die nu worden geleverd. Als je twijfels over de toekomst hebt en je weet hoe sterk de trainer het gezicht van onze club bepaalt, dan geldt: bij twijfel niet inhalen.’ Sindsdien heeft NAC welgeteld 22 trainers versleten, zocht ik uit. Hoezo langetermijnbeleid? Ja, de laatste heeft een driejarig contract gekregen. Maar dat noem ik geen beleid, dat is gewoon geld wegflikkeren in een bodemloze put.

Maar die laatste trainer is dus steengoed.

Ik heb het over @CarlHoefkens, in een nog niet zo ver verleden 22 keer international voor de Rode Duivels geweest en nu trainer van NAC. Wat een visie heeft die man op voetbal en het functioneren van spelers en staf. Wat een succes weet hij te boeken met een toch echt middelmatige ploeg. Veel beter in elk geval dan mijn cluppie Willem II.

Ga als HRM’er net als ik eens luisteren naar de coaches die Alex Pastoor interviewt voor zijn podcast Met Open Vizier en je hoort het allemaal zelf. Heel leerzaam voor het motiveren van mensen als die op de toppen van hun kunnen moeten presteren.

Bij dezen stuur ik Carl Hoefkens een exemplaar van mijn boek. Vergezeld van oprechte excuses natuurlijk!

Lees ze, Rolf Baarda

Van Persie, geschikt of ongeschikt voor Feyenoord?

In mijn boek De speler, de trainer en de bestuurder leg ik uit wat de criteria zijn voor een toptrainer. Gewoon afgekeken uit het bedrijfsleven dat ook regelmatig met opvolgingskwesties wordt geconfronteerd. En wat blijkt, eigenlijk is er maar een kenmerk die ertoe doet: een toptrainer moet kunnen innoveren. En innovatie vereist visie, anders wordt het niets.

“Ik sta achter mijn visie, ik geloof erin”, vertelt Van Persie een dag na het verloren bekerduel bij de amateurs van Quick Boys. Hij doelt op de gekozen speelwijze en het gegoochel met zijn keepers wat hem de wedstijd heeft gekost. “Dat is ook de trainer die ik wil zijn. Ik wil geen coach zijn die elke week op een andere manier speelt. Dit is wie ik ben en wat bij me past.” Helaas voor Van Persie, met visie heeft zijn tactiek niets van doen.

Robin van Persie

Een visie heeft betrekking op de toekomst en alle onzekerheden die daarmee gaan gepaard. Is rekening houden met andere belangen die soms tegengesteld zijn aan die van jou. Een visie is context specifiek, en daarom niet zonder veranderingen toepasbaar op een nieuwe club. Koste wat kost vasthouden aan een tactiek waaraan jij als trainer je zekerheden ontleent, is varen op bestaande kennis en ervaring. Is terugvallen op wat jij weet en wat ooit voor jou heeft gewerkt. Is dus geen visie.

Als Farioli vasthoudt aan continu rouleren ligt aan die constante wel een visie ten grondslag, ook al pakt zijn beleid soms niet goed uit. In Farioli’s denken brengt rouleren op termijn meer op dan steeds maar weer je beste spelers presenteren. Hij wil frisse voetballers die multifunctioneel inzetbaar zijn.

Althans, dat wil hij voor Ajax, een club in verval die onder zijn leiding aan het opkrabbelen is. Bij een andere club in andere omstandigheden, weet Farioli, moeten de prioriteiten weer anders zijn. Net als dat Ajax de komende jaren wellicht weer ander beleid behoeft.

Innoveren vereist academisch denken, ook wel conceptueel vermogen genoemd. Kun je laten testen, dus zo moeilijk achterhalen is deze competentie niet. Maar je kunt ook je ogen de kost geven en het gedrag observeren. Hoe gaan trainers om met de psycholoog, clubarts, bewegingswetenschapper en andere academisch opgeleide mensen binnen en buiten jouw club? En met het bestuur? Ontegenzeglijk willen die allemaal invloed hebben op alle aspecten van het beleid. Is de trainer in staat om die visies te integreren in de zijne, kortom voelen zij zich gehoord en begrepen, voelen zij zich juist op waarde ingeschat? Of blijft iedereen het gevoel houden op een eiland te bivakkeren, z’n ding te doen zonder dat er samenhang ontstaat?

Ik vrees dat met Van Persie wederom een clubicoon – denk nog even terug aan het debacle met de eveneens visieloze Van ’t Schip – vroegtijdig en gefrustreerd de aftocht zal moeten blazen, omdat zijn nieuwe job toch te hoog gegrepen is.

Maar misschien komt alles nog goed. Bij de NOS lees ik dat er een belangrijk verschil is met zijn voormalige club Heerenveen: bij Feyenoord heeft Van Persie de beschikking over spelers die beter zijn. Een prettig operationeel gegeven. Maar wel het resultaat eerder gevoerd beleid.

Rolf Baarda

Beste via deze link het boek De speler, de trainer en de bestuurder. https://tinyurl.com/y8x9m7d3

Waarom Patrick Kluivert geen toptrainer is

 

Het was niet geheel onverwacht dat uit zijn hoge hoed een konijn kwam gekropen. Al zo vaak had de goochelaar z’n hoofddeksel afgenomen en aan het hooggeëerd publiek getoond. Leeg. Ja, zien jullie het goed? Hij is helemaal leeg. Nog geen drie tellen later was daar het konijn die plots zijn snufferd toonde. Wie had dat gedacht?

Dit keer bleek het diertje Patrick Kluivert te heten, net benoemd tot bondscoach van een nu nog onbeduidend voetballand. Maar daar gaat verandering in komen, als ik de preses mag geloven. Indonesië wordt binnenkort relevant.

Patrick Kluivert

‘We hebben een leider nodig die onze strategieën en programma’s beter implementeert en beter communiceert’, liet bondvoorzitter Erick Thohir – tevens mediamagnaat, miljardair, minister en voormalig eigenaar van het Italiaanse Internazionale – weten, als toelichting op zijn raadselachtige besluit.

Helaas Thohir, in je zakelijk leven zal je ongetwijfeld veel mazzel hebben, met Kluivert op de bank gaat hem niet worden, want dat niveau heeft deze voormalige bondscoach van het 150.000 inwoners tellende Curaçao, zeer zeker niet.

Kluivert omschrijf ik in mijn boek De speler, de trainer en de bestuurder als een oefenmeester op level III, populair gezegd een werknemer op mbo-werk- en denkniveau. Homo pragmatici. Dit zijn coaches die het van hun zintuigen moeten hebben, niet van hun tactisch en analytisch inzicht.

Zulke oefenmeesters leren een speler hoe je ongezien uit de rug van een tegenstander loopt, aan welke kant je moet dekken en hoe je het best de bal afschermt. Zij wisselen hun spelers als het even niet loopt. Op hoop van zegen. Kortom, als het aankomt op het planmatig ontwikkelen van een team – laat staan een land, zit een trainer op level III onder de norm, want die is IV.

Level IV heeft een trainer die kan analyseren, die planmatig werken kan en, fraai gezegd, een systeem op poten zet dat een team doelgericht afstuurt op een resultaat. Maar ook de uitvoering fijn kan slijpen door de introductie van zinvolle, nieuwe oefenvormen alsmede aan- en verkopen doet die het team – en niet alleen de posities daarbinnen – wezenlijk versterken.

Misschien heeft zijn maatje Denny Landzaat – die ook meegaat – dat vermogen, al is Landzaat al zijn leven lang assistent, toch niet echt een indicatie dat van hem veel leiderschap zal komen. Die gaat mee voor de gezelligheid.

Over gezelligheid gesproken. Ook de zalig platgebekte Alex Pastoor heeft zich door Thohir laten verleiden om zijn Amsterdamse maatjes te behoeden voor al te grote fouten. De familieman uit Groet is dan ook zeker niet de minste van de drie. Ik schat hem zelfs in op level V. Dat zijn trainers die kunnen innoveren, niet alleen een team, maar een heel primair proces.

Op Level V beschikt de trainer over een overtuigende visie op de structuur waarop ontwikkel- en groeiambities moeten zijn gegrond, en weet hij belangrijke stakeholders ervan te overtuigen in zijn visie mee te gaan, sterker, daarin te investeren. Op level V kunnen trainers in scenario’s denken: systemen die alle passen in eenzelfde concept om naar believen te kunnen worden ingezet. Wiegman en Ten Hag zijn daar bijvoorbeeld ware grootmeesters in.

Hoe dan ook, dit gaat dus niet werken. Level V laat zich niet sturen door level III of IV. Vraag dat maar aan Sarina Wiegman, die als assistent bondscoach haar leidinggevende Arjan van der Laan volledig overvleugelde. En vergeet niet, ook spelers merken een disbalans in leidinggeven onmiddellijk op.

Weet je trouwens voor wie het wel zou kunnen? Wie uitermate geschikt zou zijn om het voetbal in Indonesië naar een next level te tillen? Ron Jans.

Ron Jans is een van de beste voorbeelden van een trainer op niveau V. Hij is zelfs nog ietsje meer dan dat. Jans beschikt namelijk over senioriteit. Op zijn niveau is dat nog zeldzamer in de voetballerij. Jans hoeft zo nodig niet meer op het veld te staan om trainingen af te werken. Dat heeft hij gedelegeerd, vertelt hij desgevraagd in de podcast Met Open Vizier van, jawel, Alex Pastoor. Hij focust zich nog uitsluitend op de toekomst van FC Utrecht, samen met de algemeen en technisch directeur. Op dat level komt hij nu het best tot zijn recht.

Jans zegt bij Utrecht aan zo’n beetje zijn laatste opdracht bezig te zijn, dat hij nog hooguit een kleine twee jaar wil werken. Dan zet hij er een punt achter, dan is het genoeg geweest. Zegt hij.

Maar zou hij daar niet nog wat jaartjes aan vast willen plakken? Meehelpen met het realiseren van een maatschappelijk doel? Niet door een enkel Indonesisch talent aan een goede boterham te helpen, maar door het neerzetten van een stabiele structuur waarop het land voort kan bouwen.

Maar goed. Als Jans niet wil kan ik natuurlijk altijd nog wat boekjes van mij die kant opsturen. Ik bedoel dat Thohir met eigen ogen kan lezen waarom hijzelf niet geschikt is voor zijn job, voordat hij Indonesië voor jaren op achterstand heeft gezet.

Rolf Baarda

Vind je het leuk om regelmatig een blog van mij te ontvangen, meld je dan aan via rolfbaarda@gmail.com