In mijn boek De speler, de trainer en de bestuurder leg ik uit wat de criteria zijn voor een toptrainer. Gewoon afgekeken uit het bedrijfsleven dat ook regelmatig met opvolgingskwesties wordt geconfronteerd. En wat blijkt, eigenlijk is er maar een kenmerk die ertoe doet: een toptrainer moet kunnen innoveren. En innovatie vereist visie, anders wordt het niets.
“Ik sta achter mijn visie, ik geloof erin”, vertelt Van Persie een dag na het verloren bekerduel bij de amateurs van Quick Boys. Hij doelt op de gekozen speelwijze en het gegoochel met zijn keepers wat hem de wedstijd heeft gekost. “Dat is ook de trainer die ik wil zijn. Ik wil geen coach zijn die elke week op een andere manier speelt. Dit is wie ik ben en wat bij me past.” Helaas voor Van Persie, met visie heeft zijn tactiek niets van doen.

Robin van Persie
Een visie heeft betrekking op de toekomst en alle onzekerheden die daarmee gaan gepaard. Is rekening houden met andere belangen die soms tegengesteld zijn aan die van jou. Een visie is context specifiek, en daarom niet zonder veranderingen toepasbaar op een nieuwe club. Koste wat kost vasthouden aan een tactiek waaraan jij als trainer je zekerheden ontleent, is varen op bestaande kennis en ervaring. Is terugvallen op wat jij weet en wat ooit voor jou heeft gewerkt. Is dus geen visie.
Als Farioli vasthoudt aan continu rouleren ligt aan die constante wel een visie ten grondslag, ook al pakt zijn beleid soms niet goed uit. In Farioli’s denken brengt rouleren op termijn meer op dan steeds maar weer je beste spelers presenteren. Hij wil frisse voetballers die multifunctioneel inzetbaar zijn.
Althans, dat wil hij voor Ajax, een club in verval die onder zijn leiding aan het opkrabbelen is. Bij een andere club in andere omstandigheden, weet Farioli, moeten de prioriteiten weer anders zijn. Net als dat Ajax de komende jaren wellicht weer ander beleid behoeft.
Innoveren vereist academisch denken, ook wel conceptueel vermogen genoemd. Kun je laten testen, dus zo moeilijk achterhalen is deze competentie niet. Maar je kunt ook je ogen de kost geven en het gedrag observeren. Hoe gaan trainers om met de psycholoog, clubarts, bewegingswetenschapper en andere academisch opgeleide mensen binnen en buiten jouw club? En met het bestuur? Ontegenzeglijk willen die allemaal invloed hebben op alle aspecten van het beleid. Is de trainer in staat om die visies te integreren in de zijne, kortom voelen zij zich gehoord en begrepen, voelen zij zich juist op waarde ingeschat? Of blijft iedereen het gevoel houden op een eiland te bivakkeren, z’n ding te doen zonder dat er samenhang ontstaat?
Ik vrees dat met Van Persie wederom een clubicoon – denk nog even terug aan het debacle met de eveneens visieloze Van ’t Schip – vroegtijdig en gefrustreerd de aftocht zal moeten blazen, omdat zijn nieuwe job toch te hoog gegrepen is.
Maar misschien komt alles nog goed. Bij de NOS lees ik dat er een belangrijk verschil is met zijn voormalige club Heerenveen: bij Feyenoord heeft Van Persie de beschikking over spelers die beter zijn. Een prettig operationeel gegeven. Maar wel het resultaat eerder gevoerd beleid.
Rolf Baarda
Beste via deze link het boek De speler, de trainer en de bestuurder. https://tinyurl.com/y8x9m7d3