Waarom Patrick Kluivert geen toptrainer is

 

Het was niet geheel onverwacht dat uit zijn hoge hoed een konijn kwam gekropen. Al zo vaak had de goochelaar z’n hoofddeksel afgenomen en aan het hooggeëerd publiek getoond. Leeg. Ja, zien jullie het goed? Hij is helemaal leeg. Nog geen drie tellen later was daar het konijn die plots zijn snufferd toonde. Wie had dat gedacht?

Dit keer bleek het diertje Patrick Kluivert te heten, net benoemd tot bondscoach van een nu nog onbeduidend voetballand. Maar daar gaat verandering in komen, als ik de preses mag geloven. Indonesië wordt binnenkort relevant.

Patrick Kluivert

‘We hebben een leider nodig die onze strategieën en programma’s beter implementeert en beter communiceert’, liet bondvoorzitter Erick Thohir – tevens mediamagnaat, miljardair, minister en voormalig eigenaar van het Italiaanse Internazionale – weten, als toelichting op zijn raadselachtige besluit.

Helaas Thohir, in je zakelijk leven zal je ongetwijfeld veel mazzel hebben, met Kluivert op de bank gaat hem niet worden, want dat niveau heeft deze voormalige bondscoach van het 150.000 inwoners tellende Curaçao, zeer zeker niet.

Kluivert omschrijf ik in mijn boek De speler, de trainer en de bestuurder als een oefenmeester op level III, populair gezegd een werknemer op mbo-werk- en denkniveau. Homo pragmatici. Dit zijn coaches die het van hun zintuigen moeten hebben, niet van hun tactisch en analytisch inzicht.

Zulke oefenmeesters leren een speler hoe je ongezien uit de rug van een tegenstander loopt, aan welke kant je moet dekken en hoe je het best de bal afschermt. Zij wisselen hun spelers als het even niet loopt. Op hoop van zegen. Kortom, als het aankomt op het planmatig ontwikkelen van een team – laat staan een land, zit een trainer op level III onder de norm, want die is IV.

Level IV heeft een trainer die kan analyseren, die planmatig werken kan en, fraai gezegd, een systeem op poten zet dat een team doelgericht afstuurt op een resultaat. Maar ook de uitvoering fijn kan slijpen door de introductie van zinvolle, nieuwe oefenvormen alsmede aan- en verkopen doet die het team – en niet alleen de posities daarbinnen – wezenlijk versterken.

Misschien heeft zijn maatje Denny Landzaat – die ook meegaat – dat vermogen, al is Landzaat al zijn leven lang assistent, toch niet echt een indicatie dat van hem veel leiderschap zal komen. Die gaat mee voor de gezelligheid.

Over gezelligheid gesproken. Ook de zalig platgebekte Alex Pastoor heeft zich door Thohir laten verleiden om zijn Amsterdamse maatjes te behoeden voor al te grote fouten. De familieman uit Groet is dan ook zeker niet de minste van de drie. Ik schat hem zelfs in op level V. Dat zijn trainers die kunnen innoveren, niet alleen een team, maar een heel primair proces.

Op Level V beschikt de trainer over een overtuigende visie op de structuur waarop ontwikkel- en groeiambities moeten zijn gegrond, en weet hij belangrijke stakeholders ervan te overtuigen in zijn visie mee te gaan, sterker, daarin te investeren. Op level V kunnen trainers in scenario’s denken: systemen die alle passen in eenzelfde concept om naar believen te kunnen worden ingezet. Wiegman en Ten Hag zijn daar bijvoorbeeld ware grootmeesters in.

Hoe dan ook, dit gaat dus niet werken. Level V laat zich niet sturen door level III of IV. Vraag dat maar aan Sarina Wiegman, die als assistent bondscoach haar leidinggevende Arjan van der Laan volledig overvleugelde. En vergeet niet, ook spelers merken een disbalans in leidinggeven onmiddellijk op.

Weet je trouwens voor wie het wel zou kunnen? Wie uitermate geschikt zou zijn om het voetbal in Indonesië naar een next level te tillen? Ron Jans.

Ron Jans is een van de beste voorbeelden van een trainer op niveau V. Hij is zelfs nog ietsje meer dan dat. Jans beschikt namelijk over senioriteit. Op zijn niveau is dat nog zeldzamer in de voetballerij. Jans hoeft zo nodig niet meer op het veld te staan om trainingen af te werken. Dat heeft hij gedelegeerd, vertelt hij desgevraagd in de podcast Met Open Vizier van, jawel, Alex Pastoor. Hij focust zich nog uitsluitend op de toekomst van FC Utrecht, samen met de algemeen en technisch directeur. Op dat level komt hij nu het best tot zijn recht.

Jans zegt bij Utrecht aan zo’n beetje zijn laatste opdracht bezig te zijn, dat hij nog hooguit een kleine twee jaar wil werken. Dan zet hij er een punt achter, dan is het genoeg geweest. Zegt hij.

Maar zou hij daar niet nog wat jaartjes aan vast willen plakken? Meehelpen met het realiseren van een maatschappelijk doel? Niet door een enkel Indonesisch talent aan een goede boterham te helpen, maar door het neerzetten van een stabiele structuur waarop het land voort kan bouwen.

Maar goed. Als Jans niet wil kan ik natuurlijk altijd nog wat boekjes van mij die kant opsturen. Ik bedoel dat Thohir met eigen ogen kan lezen waarom hijzelf niet geschikt is voor zijn job, voordat hij Indonesië voor jaren op achterstand heeft gezet.

Rolf Baarda

Vind je het leuk om regelmatig een blog van mij te ontvangen, meld je dan aan via rolfbaarda@gmail.com

Dit bericht is gepost in Blogs. Bookmark de link.